Hobo

De hobo in een mandolineorkest

In het Brasschaats Mandoline-Orkest wordt de hobo vooral gebruikt als solist. Soms wordt ook de zogenaamde Engelse hoorn gebruikt. Dat is geen koperblazer maar een lager klinkende versie (soms ook althobo genoemd).

Tot het repertoire behoren ten eerste originele composities voor hobo en mandolineorkest, zoals het concertino van Wölki:

Daarnaast bewerkten we ook tal van stukken voor hobo om deze met het mandolineorkest te spelen. Een oud-lid van het orkest ging immers hobo studeren aan het conservatorium. Eén voorbeeld is de bewerking van Gabriels Hobo uit de film The Mission:

Karen Weckx, hobo Brasschaats Mandoline-Orkest
Karen Weckx, hobo Brasschaats Mandoline-Orkest

Hobo

De hobo is een houtblazer die gebruik maakt van een zogenaamd “dubbel riet” en met een conisch geboord lichaam. De meest voorkomende hobo is een sopraaninstrument en één van de belangrijkere in een symfonisch orkest. De hobo wordt bijvoorbeeld gebruikt om de rest van het orkest te stemmen.

De hobo stamt af van de schalmei. Dit instrument schijnt te zijn ingevoerd in Europa tijdens de kruistochten en kan dus mogelijk zelfs teruggaan op een eerder Oosters instrument. De schalmei werd in de late Middeleeuwen en vroege Renaissance vooral gebruikt in open lucht. Zo maakte het deel uit van de standaard instrumenten van de stadsmuzikanten (bijvoorbeeld tijdens aankondigingen of processies).

In de vroege 18e eeuw werd de hobo uitgevonden in Frankrijk. Ten opzichte van de schalmei schafte men onder meer de pirouette af (een stuk hout waar de lippen op rusten bij de schalmei) en daarnaast werd het instrument in drie onderdelen opgesplitst. De term hobo gaat rechtstreeks terug op dit nieuw uitgevonden instrument dat immers “hautbois” werd genoemd (hoog/luid en hout -> een luid en hoog houtblaasinstrument). Tijdens de 18e eeuw bestonden er tal van alternatieve soorten van het instrument, zoals de hobo d’amore. De hobo da caccia is de voorloper van de cor anglais (Engelse hoorn), een altversie die in symfonische werken vanaf de laat 19e eeuw populair werd.

Doorheen de geschiedenis werden er steeds meer kleppen aangebracht en de boring van de gaten geperfectioneerd. Daardoor werden de mogelijkheden voor het gebruik van de hobo een pak uitgebreid.

Karen Weckx, hobo Brasschaats Mandoline-Orkest 2
Karen Weckx, hobo Brasschaats Mandoline-Orkest

Repertoire voor hobo

Al in de barok was de schalmei een vaak gebruikt instrument in grotere ensembles. Albinoni, Vivaldi, Bach en Händel gebruikten het instrument meerdere keren. Toch zal vooral de klassieke periode de hobo doen opbloeien: het instrument wordt meer standaard opgenomen in ensembles zoals het klassieke symfonie-orkest. Daarnaast zijn er mooie concerto’s uit deze periode (bv. van Cimarosa en Mozart).

Hoewel het instrument minder dan de dwarsfluit een terugval kent tijdens de vroege romantiek, gaat de voorkeur op dat moment meer uit naar koperblazers. Op het einde van de romantiek komt er echter erg veel interesse in houtblazers en krijgt de hobo terug een meer prominente rol. Daarnaast komt ook de Engelse hoorn (althobo) opzetten. Zo is de trage beweging uit de Symfonie van de Nieuwe Wereld  van Dvorak ondenkbaar zonder de Engelse hoorn. De benaming Engelse hoorn slaat vermoedelijk op een foutieve vertaling van corps anglé (gebogen lichaam), en heeft niets te maken met een hoorn of Engeland.

Ook in de twintigste eeuw zijn er veel componisten die het instrument een warm hart toedragen. Barber, Berio, Britten, Henze, Messiaen Stockhausen en Stravinsky zijn maar enkele voorbeelden.